Ondernemers hebben de mogelijkheid om bv’s snel te ontbinden als er geen baten meer zijn. Maar in sommige gevallen wordt daar gebruik van gemaakt om betaling van uitstaande schulden te ontlopen. Minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming wil daar iets aan doen door strengere voorwaarden te stellen voor zogenoemde ’turboliquidaties’.
Dat schrijft Dekker maandag in een brief aan de Tweede Kamer.
Uit een analyse van bedrijfsbeëindigingen in de periode tussen 2010 en 2016 blijkt dat van de 422 duizend bedrijven die stopten er in 184 duizend gevallen sprake was van een ’turboliquidatie’.
Dekker stelt dat hierbij in het gros van de gevallen geen sprake hoeft te zijn van malafide activiteiten. Bij 80 procent van de turboliquidaties ontbreken namelijk zowel baten als fiscale schulden. Er kunnen dan nog wel schulden zijn aan derden.
Strengere eisen turboliquidatie
Uit voorzorg wil Dekker wel strengere eisen stellen aan het opheffen van bv’s. Daarom wil de minister de wet zo wijzigen dat er strengere eisen komen die misbruik van turboliquidaties moeten tegengaan.
Zo wil de minister een bredere informatieplicht invoeren bij turboliquidaties, zodat schuldeisers een beter beeld krijgen van de financiële situatie. Daarvoor moet het bestuur een slotbalans opstellen en deponeren bij de Kamer van Koophandel. Ook moet er een verklaring komen waarom er geen baten zijn in de bv.
Het bestuur krijgt ook een plicht om publiekelijk bekend te maken dat een bedrijf is opgeheven zonder vereffening van schulden. En alle jaarrekeningen uit eerdere boekjaren moeten openbaar zijn gemaakt, voordat de turboliquidatie kan plaatsvinden.